‘Mensen vinden het soms lastig te begrijpen: er wordt volop winst gemaakt binnen het bedrijf, maar toch is er geld nodig. Hoe kan dat? In dit blog leggen we uit dat er 3 verschillende varianten zijn die hiertoe kunnen leiden.’ Aan het woord is Tom Bregman, partner bij Crescera.
1. De gezonde variant
‘Bij deze variant maak je daadwerkelijk winst die voortkomt uit groei. Om te kunnen groeien heb je kapitaal nodig. Wanneer je bijvoorbeeld een voorraadhoudend bedrijf bent, omdat je iets verkoopt, dan heb je steeds meer voorraad nodig als je meer gaat verkopen. Dan is het dus logisch dat je door de groei van je onderneming ook extra financiering nodig hebt. Wanneer een gezonde onderneming heel hard groeit, dan kan het zo zijn dat je zó hard groeit dat de winst de groei niet bij kan houden. Wanneer dat het geval is dan is dat prima. In dat geval kan je met een goed onderbouwd plan en toelichting op de specifieke situatie financiers overtuigen voor het verstrekken van een extra financiering’, aldus Tom.
2. De mogelijk gezonde variant, maar met risico
‘De tweede variant hangt samen met groeiende bedrijven die (vaak) een online strategie hebben. Het heeft te maken met de zogenoemde long tail: wanneer iemand op het internet een bepaald product bestelt dan wil hij of zij niet horen dat de voorraad op is. Voor bedrijven betekent dit dus dat ze van veel verschillende productcategorieën, veel verschillende varianten op voorraad moeten hebben’, vervolgt Tom. ‘Deze voorraad kun je op allerlei manieren financieren, ervan uitgaande dat je deze voorraad zelf in de boeken hebt. Want ‘nee’ verkopen kan niet meer in deze online tijd; dan gaat de consument wel naar een ander. Die grotere voorraad vraagt om extra kapitaal en is risicovol: wat als de trend verandert en de consument voor een ander product kiest? Demodage ligt hier op de loer. Situaties waarin long tail een rol speelt hoeven niet per definitie slecht te zijn, maar het aanhouden van een grote voorraad brengt dus wel risico’s met zich mee.’
3. De ongezonde variant
Tom: ‘De laatste variant tot slot, gaat eigenlijk meer over boekhouden. Dat zit zo: er zit een verschil tussen winst maken en het beschikken over voldoende liquiditeit. Er is, boekhoudkundig, een verschil tussen kosten en investeringen. Kosten hebben immers rechtstreeks een negatieve impact op je verlies en winstrekening. En bij hoge kosten ga je minder winst of zelfs verlies maken. Dat is evident. Maar wat nou als je die kosten niet als kosten boekt maar als investering? Dan mag je deze kosten in een aantal jaren afschrijven en wordt zo de winst kunstmatig hoog gehouden. Het betekent boekhoudkundig dat je meer winst maakt. Maar deze investeringen (lees: uitgaven) gaan wél rechtstreeks van je liquiditeitsruimte af. Dat zijn de situaties waarin men verbaasd constateert winst te maken, maar onder de streep tóch geld tekort te komen. Je kunt je voorstellen dat een financier minder genegen is om dit liquiditeitstekort op te vangen. Zeker als het twijfelachtig is of een investering op een logische manier aan een toekomstige verdiencapaciteit gelinkt kan worden. Tevens moet gezegd worden dat ook deze situatie niet strikt zwart/wit is, en dat maakt het ook lastig en per geval verschillend.’
Tot slot: elke situatie is anders
Er kunnen dus, zo heb je net begrepen, redenen zijn waarom bedrijven winst maken, maar toch een liquiditeitstekort ervaren. En dat is een goede reden om over na te denken.
De conclusie
‘Als er sprake is van variant 1, waarbij je winst maakt vanwege gezonde groei, maar die niet kunt financieren met je eigen winst, dan is dat een prima uitgangspunt om contact met ons op te nemen. Wij helpen je graag met het verkrijgen van de best passende financiering.’
‘Variant 2, die van de long tail, daar geldt eigenlijk hetzelfde voor. Daarbij kan het zeker interessant zijn om te financieren, maar moet er ook gekeken worden naar de kwaliteit en de omloopsnelheid van de voorraad.’
‘Speelt de 3e variant, waarbij je dus alleen boekhoudkundig winst maakt, dan is het zeker verstandig om contact met ons op te nemen. Maar dan niet per se om een financiering te verkrijgen, maar meer om samen te kijken naar hoe we zinvol en gedegen kunnen herstructureren’, besluit Tom.