Je wilt zeker stellen dat je investeringen geld opleveren, maar hoe doe je dat?

‘Zonder investeringen geen groei, maar als je meer investeert dan nodig is voor die groei, dan ben je kapitaal aan het vernietigen. Oplettendheid is  geboden. De vraag is dus waar het optimum ligt. Want hoe je het ook wendt of keert, investeringen zijn nog altijd uitgaven, dus je wilt ervoor zorgen dat je niet meer uitgeeft dan de groei die je wilt of kúnt maken’, aldus Paul Vervoort. Als specialist in business planning en waardering werkt hij geregeld samen met Crescera.

Wat zijn investeringen precies?

‘Dit zijn eenmalige of incidentele uitgaven ter versterking van het concurrentievermogen van het bedrijf, en hebben daarmee een lange termijn horizon. Bijvoorbeeld de aanschaf of verbouwing van een productielocatie of kantoor, de aanschaf van nieuwe machines of de implementatie van een nieuw ICT-systeem. Investeringen verdienen zichzelf terug (en meer dan dat) door verbetering van de resultaten. Het zijn dus geen kosten. Want die komen voort uit de dagelijkse bedrijfsprocessen in de bestaande opzet van het bedrijf. Afschrijvingen over gedane investeringen zijn wel kosten.’

Hoe manage je investeringen?

‘Het begint met het kiezen van de juiste investeringen: die het concurrentievermogen van de onderneming verbeteren, waardoor deze structureel beter gaat renderen. Denk in eerste instantie bijvoorbeeld aan kapitaalsinvesteringen waarbij termen als terugverdientijd en ROI vaak als belangrijke factoren in het keuzeproces worden genoemd door ondernemers. In wezen is dat te kort door de bocht en feitelijk onjuist geredeneerd, want beide termen houden geen rekening met cashflow. Een investering creëert immers alleen waarde als de additionele toekomstige geldstromen meer waard zijn dan de cash outflow, de uitgaven dus. Dat is het enige juiste criterium waar je het wel al dan niet zinvol zijn van een investering op zou moeten baseren. Daar komt nog bij dat je toekomstige geldstromen uit zou moeten drukken in de waarde in euro’s van nu. Wanneer je dat goed wilt doen dan wil je met twee dingen rekening houden. Ten eerste is dat het risico dat je loopt: ga je deze geldstromen daadwerkelijk incasseren? En ten tweede dien je oog te hebben voor het tijdspatroon waarmee dat geld richting je onderneming stroomt, de DCF, discounted cash flow, genoemd. Dat is in principe de enige juiste manier om kapitaalinvesteringen te onderbouwen. In de praktijk wordt deze werkwijze te bewerkelijk gevonden, en vaart men liever op terugverdientijd of ROI. En die kunnen andere uitkomsten en economisch onjuiste conclusies opleveren, wat jammer is, zeker als het over grote bedragen gaat. Onnodig bovendien, want als je werkt vanuit een goed business plan, is het definiëren en doorrekenen van investeringen echt niet ingewikkeld meer.’

Werk continu vanuit een actueel meerjarig businessplan

‘Dus, als je bovenstaand verhaal kort samenvat, en je wilt zeker stellen dat je investeringen geld opleveren, dan moet je continu werken vanuit een actueel, meerjarig businessplan. Je start daarbij met de omzet, en redeneert via kosten, belastingen en (des-)investeringen door naar vrije geldstromen (cashflow). Goede investeringen zorgen voor omzet-en margeverbeteringen en/of kostenverlagingen en/of werkkapitaalsbesparingen, en uiteindelijk voor een hogere contante waarde van de vrije geldstromen van de onderneming. Elke feitelijke investeringsbehoefte toets je daarom aan dat business plan. Doet zich een investeringsbehoefte voor die daarin niet was voorzien, dan hoeft dat niet per se een tegenvaller te zijn, zolang deze per saldo maar zorgt voor een hogere cashflow (contante waarde), en daarmee een hogere bedrijfswaarde.’

Voer investeringsbeslissingen uit binnen de kaders van je businessplan

‘Daarmee is het de kunst om beslissingen over investeringen, zowel kapitaalsinvesteringen als rondom werkkapitaal, uit te voeren binnen het kader van je businessplan. Dat is de enige manier om tot de juiste uitgaven te komen ten opzichte van de omzet die daarmee gemoeid is. Uiteindelijk gaat het om die verhouding en dat is vooral een kwestie van steeds opnieuw toetsen en rekenen’, aldus Paul. ‘Tot slot wil ik nog opmerken dat ook werkkapitaal een belangrijk thema is dat relatief gemakkelijk over het hoofd wordt gezien bij veel bedrijven. Terwijl dit eveneens belangrijk is om te managen. Het gaat er dan vooral om dat de omloopsnelheid van je debiteuren, crediteuren en voorraden in de juiste verhouding staat tot je omzet. Dit gaat nadrukkelijk niet over eenmalige investeringsbeslissingen, maar veel meer over beslissingen over hoe je, onder meer, met je voorraad omgaat. Wat is bijvoorbeeld je inkoopbeleid? Wil je alles just in time (JIT) ontvangen of hoeft dat niet? Want ook daar hangt een bepaalde kostenhoogte mee samen. Geef ik mijn debiteuren bijvoorbeeld 60 dagen betalingstermijn of is dat niet nodig?’

Draai op het juiste moment aan de juiste knoppen

‘Het is van wezenlijk belang om ook hier aan de knoppen te draaien, want hoe beter je dat doet, hoe beter het geld roteert binnen en buiten je onderneming, waarna het  je onderneming weer in vloeit. En des te minder kapitaal heb je nodig om een bepaalde omzet en daaruit volgend een bepaald resultaat te behalen. Het spelen van dat spel is, naast de beslissingen over kapitaalsinvesteringen, een ónmisbaar spel om te spelen’, besluit Paul.

Crescera versterkt de strategische en financiële positie van je onderneming

Wil jij je investeringen goed managen, dan begint dat bij een actueel businessplan dat meerdere jaren vooruitkijkt én de waarde van je bedrijf bepaalt. En misschien wel bij contact opnemen met Crescera.